martes, 5 de junio de 2007

200725: ermita en kapel - Godshuisjes

Onlosmakelijk met elkaar verbonden: de ‘schapenrouten’ en de ermita. Als je door Spanje wandelt over die eeuwenoude schapenrouten, kom je ze tegen. Altijd op slot. Door spleet of groot sleutelgat soms iets te zien: koude lucht in het oog. Mijn eerste gedachte -lang gekoesterd- dat het een kapel was voor de kerkgang van die stinkende schaapsherders. Zodat ze die in het nabijgelegen dorp niet zouden ‘verstinken’. Soms de eigen gedachte bijstellen. Niet verlaten. Na jaren schoot me het kapelletje aan de Keins te binnen. Zomers wekelijks een korte mis. Ik misdienaar. Nu van belang: verloren boegbeeld, doorgebroken dijk en ‘n aangespoeld Mariabeeld. En… aardlijnen. De Keins schijnt een waar kruispunt te zijn. In Spanje is ook zo’n punt.
-
Al die jaren geen boek of proefschrift gevonden. Waarin voor eens, altijd en eenduidig wordt uiteengezet, hetgeen nu een ‘ermita’ is. Het (Van Dale) woordenboek is kort: 1. (capilla) afgelegen kapel en 2. (celda) kluis, kluizenaarswoning. Dat laatste is interessant. De ‘kapel’ als kluizenaarswoning. In de mooie verhalenroman van Paul Koeck ‘Na de siësta’ komt het voor: ‘(…) en ermitas, plaatsen waar een kandidaat-heilige als kluizenaar had geleefd.’ Jeetje, een kandidaat-heilige..! Zo’n zichzelf kastijdende man (m/v), weggerukt uit net bereikte hogere sfeer door blatende, langstrekkende voortgrazende schapen. God als huisbaas. Geen bewoonde ermita aangetroffen. Geen kandidaten meer.
-
De meest beroemde naam van een ermita is ‘La Soledad’. Een mooie Spaanse meisjesnaam. Voorafgegaan door La Virgen is het De Maagd van de Eenzaamheid. Of gewoon: afgelegen plek. Het mooiste zou zijn als het een verwijzing (‘Soledades’) is naar ‘la soledad de los campos o poema pastoril:
-
Era del año la estación florida
en que el mentido robador de Europa
(media luna las armas de su frente,
y el Sol todos los rayos de su pelo),
luciente honor del cielo,
en dehesas azules pace estrellas,’.
-
Bij het eindpunt van de ramal Munilla (Lodosa) staat de ermita San Gregorio. Aan die ramal in de bergen in het niets, ermita de Santa Ana. Toen met zoon Jac. waren ze ‘Ana’ aan het renoveren. Bij de Puerto Piqueras, de Ermita y Venta de Piqueras. Aan elkaar: la ermita, el museo trashumancia y la Venta. Vandaar tot Soria zijn er wel ermitas, zoals in Garray de ermita de los Mártires, maar meer afgelegen. In Soria, in de Alameda de Cervantes (vroeger: la dehesa boyal) is ermita La Soledad. Met een overzichtelijke ‘arma cristi’. Eerst in Almazán weer ermitas. Mij viel op dat de abside (zeg: de-kopse-kant) precies op het oosten (N90°) lag. Een stuk verderop Romanillos de Medinaceli. In het dorp een soort kruisweg en net er buiten na de ‘humilladeros’, de ermita de La Soledad. Voor de wandelaar: achter de ermita direct rechtsaf. Bij Alcuneza, het dorp alweer uitlopende, ermita de La Soledad net voor de Río Henares. In La Cabrera is geen ermita maar een kerk. De muur ernaast heeft een prachtige schildering (‘mural’) en in La Cabrera is mooiste opgang voor de steilste klim van de ‘schapenrouten’. Het volgende dorp Algora heeft de langste-naam-ermita: Ermita de San Cristóbal del Humilladero.
-
Verderop in het land waar de CRSOr en CR Galiana samen komen is ermita de San Miguel. Het oude vervallen landgoed van La Marquesa de Villaflores heeft dus een vervallen kerk. Pas Bij Pioz (grens Gu en M) net achter het castillo is ermita de La Soledad. In Pezuela de las Torres is een prachtige kerk en ermita de Santa Ana. Na het wandelen over de ‘Hel’ (Infierno) van de schapenrouten komt u in het mooie Fuentídueña de Tajo. Natuurlijk overnachten in Fuentídueña. De volgende morgen vroeg de ‘schapenrouten’ weer volgende. De Taag over en na 3km langs de CRSOr langs de ermita Alarilla. Ongeveer hier heeft volgens de legende plaatsgevonden: La Aparición de La Virgen al pastor. Kijk dat zijn mooie verhalen. Die verschijning van De Maagd aan de herder wordt jaarlijks elk tweede weekend van september gevierd. Met een ‘romería’ (bedevaart) naar de ermita. Gaand over Schapen’s routen verschijnt aan u het hete lege van La Mancha. Door de naam alleen al behoeft Santa Cruz de la Zarza geen ermita. Er zijn er dus drie. In een halve westelijke ring om het dorp. De schapen kunnen er zo langs. Langs ermita de San Antón (sculptuur), halverwege ermita de Santa Lucia en bij het verlaten van Santa Cruz met uw kudde, langs ermita de los Remedios (Kapel van de Toevluchten) met de wind in de rug.
-
Net voor Lillo, 1km westelijk op de 100m hoger gelegen heuvel San Antón, het gelijknamige geodetisch punt en de gelijknamige ermita. Begrijp ik het goed dat lag hier (1500-1300 vC) eigenlijk Lillo al. In Lillo is het goed toeven. Zal ook wel moeten. De enige overnachtingen in de wijde omtrek. Als u aanloopt tegen de CM-3000, rechtsaf, over de Collado de La Mancha. Het is 2½ km tot Lillo en binnenkomst bij ermita de Nuestra Señora del Rosario (rozenkrans). Goed gemutst de volgende dag op pad. Terug naar het punt van gisteren. Of een stuk afsnijdend over een van de vele ‘caminos’ de CRSOR weer zien te bereiken.
-
Na 4 uur lopen wandelt u langs de Río Riánsares en vlak voor de CM-410, de meelfabriek én ermita de San Gregorio. Er is net een nieuwe begraafplaats ingericht naast het picknick-veld. De lagunes naderen. Drooggevallen. De zoute ondergrond mooi zichtbaar. In de verte Laguna Larga. Langs de oude molens. Tussen de Lagunas de Taray en Tirez door. Langs mijn droomhuis: Caseno del Pocillo de la Vereda. Verder links en rechts wel Casas langs de wandelroute, maar geen ermitas. Pas voor Fuente el Fresno is er ‘n hele mooie: ermita de La Virgen de la Fe (van het Geloof). De ‘schapenrouten’ gaat dwars door het dorp heen. Achter de kerk langs, door de Calle Real. Net voorbij Fuente zijn twee jongeren omgekomen: ‘n kleine kruisje markeert de doodsplek. Voorbij Malagón is een rare oversteek over de N-401. Maar dan heb-je-wel-wat. Het is er schitterend wandelen. In de verte tegen de embalse de Gasset, de ermita de San Agustín y San Sebastián. Verderop heeft de embalse del Vicario de ‘schapenrouten’ overstroomt. Verdronken land. Een kleine omleiding.
-
Bij het stroomverdeelstation komen de CRSOr en CR Segoviana bijeen. Voor Alcolea de Calatrava een wit gebouwtje, ermita de la Santa Cruz. U gaat over de Río Guadiana over Puente de las Ovejas (de schapenbrug). De binnenkomst bij Los Pozuelos de Calatrava is achter de kerk. U komt in het gebied van de (erts-) mijnen (minas). Eerst over de Puerto de Veredas konden de herders weer te kerke: ermita de San Ceferino. Over de Río Guadalamez de provincie Córdoba in. Na 1km een katholiek bolwerk. Groot genoeg voor een EO-jongerendag. Ermita de la Virgen de las Veredas én nog mooier El Santuario de la Aparición. Een Heiligdomskamer. Welk relikwie er wordt bewaard? Doe een aalmoes in ’t gleufje. In El Guijo is dé splitsing van de Cañada Real Soriana Oriental. Die naar de Extremadura en die naar Sevilla. Ten noorden van El Guijo (de CO-312 K.6) is ermita de La Virgen de las Cruces (klik: ‘visita virtual’). Mooi, maar geen schapen. Langs de Puerto Calatravena in het land over een lange wandelweg. Op kaart staat aangegeven: Basilica Visigoda (ruinas). Wij hebben die niet kunnen vinden. Na Villaharta loopt La Cañada, met rechts een kruis, recht op (kuuroord) Balneario de Santa Elisa af. Net ervoor rechtsaf en onder de weg door. De route langs de N-432, waar de wandelaar op zich geen last van heeft.
-
Voorbij Cerro Muriano kijkt de Heilige Maria hoog uit over de ‘schapenrouten’: ermita de Santa Maria de los Pinares. Bij mooi weer al zicht op de stad Córdoba. Rond Cerro Muriano is hevig gevochten tijdens de Spaanse Burgeroorlog én de beroemdste slagveldfoto gemaakt (Robert Capa: ‘Falling Soldier’ (5 september 1936: Frederico Borrel Garcia†). Bij het bereiken van de stadsgrens van Córdoba, iets links van het pad ermita Nuestra Señora de Linares; ‘señor, esta un Santuario’. In Córdoba zelf is ook ’n soort kapelletje van opvolgende gezindten, La Mezquita.
-

No hay comentarios: